Mijn associatie met boerenkool is dat de vorst erover heen moet zijn gegaan voor de smaak juist is. Mijn ontbijt was vorstelijk. Een verwarmende havermoutpap. Met kaneel en veel noten. Ik vind het verrukkelijk. Vond ik altijd al, ook als kind. Warme pap, ook soep. Je knapt er zo van op.
In mijn atelier ging ik ineens witte slingers maken. Wit is altijd al mijn favoriet. Lekker romantisch. Als kind zette ik van die gehaakte randjes aan de planken van mijn kledingkast. Wit heeft iets sprookjesachtigs, iets betoverends. Gek genoeg ben ik dan ook weer dol op sprookjes en die zijn dan weer heel kleurrijk. Dat zijn van die dingen waar ik de afgelopen tijd over nadenk. Kan ik het beide wel favoriet vinden? Is het weer eens tijd om mijn niet kiezen onder de loep te leggen? Ik ben zo jaloers op de stijl van iemand. Ik vind altijd zo veel leuk. Dit en dat en dat en dat. Daarom ook altijd mijn dubbele foto’s. Al is het ook een heel proces, die combinaties maken. Dat zijn elke keer weer keuzes. Ik doe het wel. Maar waarom wring ik mezelf dan toch weer in een corset? Het vaste patroon, dit ben ik en hier hou ik van. Wil ik me afzetten tegen mijn eigen vrijheid? Bizar al die vragen. Komt vast omdat ik een blaar onder op de bal van mijn voet heb en niet heel lang kan wandelen. Ik blijf met vragen zitten. Normaal doe ik altijd oplos wandelingen. Nu doe ik oplos rondjes knippen. Wit vandaag. Waarom? omdat Sneeuwwitje.