Goedemorgen met mot, buxusmot. Ik was bijna klaar met m’n ontbijt, toen er een vlinder op mijn hand kwam zitten. Vast gelokt door de aardbeien. Of door de vlinders in mijn kom. Die lonkte naar het motje. Ik pakte een plakje uit mijn kom, legde het op tafel, hupte de vlinder van mijn hand op het stukje aardbei en samen aten we in stilte in de tuin.