Even uitwaaien in mijn pauze. Woeste zee, dus er licht van alles in de branding. Eerst een tropische verrassing in de vorm van een ananas. Daarna loop ik lekker te stampen in het schuim. Veel dode vogels. Ik zie een alk heel mooi liggen. Alsof het een engel is die naar boven vliegt. Ik maak graag foto’s van dode dieren en soms schaam ik me daar voor. Dode vissen, dode vogels, ik vind ze dus fotogeniek. Door die schaampte maak ik geen foto deze keer. Want er loopt iemand vlak bij me.
Hoezo maak ik die foto niet? Hup, ik ga terug. Ik ken die persoon niet eens. Draai me om. Stap een beetje opzij om de andere wandelaar ruimte te geven en ik zie een schildpad. Geen idee wat ik daar mee moet. Snel spreek ik de vrouw aan. Misschien weet zij het. Nee. Samen gaan we de hulpdiensten bellen. Lukt niet heel goed om contact met de juiste personen te krijgen. Twee sjofels zijn aan het werk bij de strandtent plaats van de Stern. Ik besluit om de man er in aan de spreken. Ja! Snel is het geregeld en komt er hulp. Schildpad gaat mee. Fijn.
Thuis begrijp ik wat voor soort schildpad het is, een dikkopschildpad. Als ik zie wat het dier eet ben ik blij dat ik al mijn vingers nog heb. Dier eet mosselen. Dus die bek moet als een soort snoeischaar zijn. Het half uur dat ik naast het dier stond heb ik de bek schuim vrij gehouden. Dacht, dan kan die lekker blijven ademen. Oi, die had zo mijn vingertop even kunnen kortwieken. Gelukkig niet.
Dier is naar Blijdorp overgebracht. Ik hoop dat het binnenkort helemaal is opgeknapt.
Beetje verdrietig door de vondst en gelukkig door de vele hulpdiensten ging ik weer mijn atelier in.