Vanmorgen begon al mooi. Ik deed een wandeling rond het huis van Wilma in Buñol. Een beetje op zoek naar groen en daarin vogels. Sta ik de torens van het kasteel, met een kat op de voorgrond, op de foto te zetten, hoor ik boven mijn hoofd iets. Ik kijk op. Kijk ik zo een eekhoorn in de ogen. Ha! Te gek! Daarna ook nog een leuke ontmoeting bij de bakker.
Er is hoop. Serieus, vanmiddag voelde ik het. De natuur rond Valencia is enorm. Serge liet me met de auto het gebied rond Chiva zien. Niet normaal, ontelbaar veel bomen. Pinokio’s, dennen, olijven, sinaasappelbomen, kaki, mandarijnbomen, palmbomen, loof- en naald- en notenbomen. Het hield niet op. Wat een vruchtbaarheid, en hoeveel zuurstof zou daar toch gemaakt worden?
Op één van de uitkijk- en fotostops zag ik ineens een enorme roofvogel over de bergkam heen vliegen. Even later keek Serge wat hoger en daar hingen er nog vier. Zo mooi om zulke vliegende deuren te zien zweven. Zweven als die roofvogels deed ik ook, van geluk. En verderop ook nog een raaf gezien. De tweede deze week. De eerste was op de Elsberg bij Dieren.
Op de terugweg voor Wilma nog wat bronwater uit de berg getapt. ’s Avond na Wilma haar werk gezellig bij het café om de hoek tapas gegeten en rode wijn gedronken.